|
Dokter Samuel Hahnemann Hahnemann werd in 1755 geboren. Hij leefde in een tijd waarin aderlaten aan de orde van de dag was en er meer mensen stierven aan geneesmiddelen dan er van genazen. Aan de universiteit in Duitsland waar hij studeerde, kreeg een toekomstig arts tijdens zijn opleiding niet eens een patiënt te zien! Daarom vertrok hij naar Wenen, waar door leerlingen van de Nederlandse arts Boerhaave een studie was opgezet waarbij de student les kreeg aan het ziekbed van de patiënt. Al doende (en ziende) leert men! Omdat zijn talenten daar opvielen, kreeg hij al snel een baan aangeboden door de lijfarts van de Oostenrijkse keizer. In de landstreek waar hij werkte, kwam veel malaria voor en hij wist daardoor als geen ander wat de verschijnselen van deze ziekte zijn. In 1790 studeerde hij af en was toen niet alleen arts, maar ook scheikundige. De bekende scheikundige Berzelius roemde zijn deskundigheid op dit gebied. Bovendien sprak hij naast Duits, Frans, Engels, Spaans, Italiaans, Latijn, Grieks, Hebreeuws en Arabisch. Omdat de behandelmethoden van die tijd hem tegenstonden, verdiende hij de kost voor een groot deel met het vertalen van medische werken |
|
Ontdekking van de homeopathie In een van die werken stond een artikel over kinine, het middel dat in die tijd ook al gebruikt werd tegen malaria. Volgens de auteur zou het middel werkzaam zijn vanwege de bittere smaak. Hahnemann vond deze verklaring wat te simpel en besloot - als een echte wetenschapper - zelf kinine in te nemen. Tot zijn verbazing kreeg hij na inname van een kleine hoeveelheid kinine alle verschijnselen die horen bij malaria! Toen de klachten na een aantal dagen weer verdwenen waren, besloot hij het experiment te herhalen. En weer kreeg hij malaria-verschijnselen. Hiermee was de homeopathie in 1790 ontdekt: een stof die bepaalde verschijnselen kan opwekken, is in staat deze verschijnselen te genezen. Hij noemde deze wetmatigheid 'Similia similibus curentur', 'het gelijkende zal het gelijkende genezen'. Op een letter na dezelfde woorden als Paracelsus.
Cholera Na experimenten met verschillende medicijnen op zichzelf, collega's en vrienden bleken zijn bevindingen steeds weer bevestigd te worden. Zo genas hij bijvoorbeeld met arsenicum in kleine dosis - arsenicum kan bij vergiftiging diarree veroorzaken - mensen met bepaalde vormen van cholera en toen in het begin van de 19e eeuw Europa weer eens werd geteisterd door deze vaak dodelijke ziekte, hadden Hahnemann en zijn collega's opzienbarende successen, onder andere met Arsenicum album, maar ook met Veratrum album (wit nieskruid), Cuprum (koper) en Camphora (kamfer).